![]() ![]() STIEL2009
Redactioneel Gerard van Hees De ondergang van het Drukkerijmuseum Boerhaaveterrein: de stand van zaken Heijenbrock: Nederlands enige echte industrieschilder Einde aan Edek Een leven tussen leer en wol
|
Inhoud van dit nummer: | ||
pagina 3 | Zorgen over monumentenbeleid | |
pagina 4 | Kamsteeg's autobedrijf Oegstgeest beeldbepalend | |
pagina 8 | Industrie niet in trek bij kunstschilders | |
pagina 11 | Rubriek Monument: Helmond wil industrieel themapark | |
pagina 13 | Merelstraat 1A: domein van reclameman Kemperman | |
pagina 17 | Uit Leiden & regio / Boekbespreking |
Redactioneel
De Meelfabriek in
Het is wat overdreven om het over een jongensdroom te hebben, maar 8 juni jl. was het dan toch zover, ik mocht voor het eerst met eigen ogen de Meelfabriek bewonderen. Voor STIEL is de Meelfabriek de aanleiding voor haar bestaan. Voor mij kwam de Meelfabriek voor het eerst in beeld toen Mieke Hogervorst, raadslid voor GroenLinks, midden jaren negentig er een notitie over schreef en ik als redacteur van het lokale afdelingsblad "Zout in de Pap" een artikel daaraan wijdde. Op dat moment woedde er in GroenLinks Leiden een debat over het al dan niet behoud van "die puist", zoals sommige tegenstanders de Meelfabriek consequent aanduidden.
Mijn interesse was gewekt. Dus fietste ik op een vrijdagochtend het terrein op voor een nadere kennismaking. Een bewaker hield me direct staande en voor een rondwandeling moest ik me begeven bij Meneba in Rotterdam. Dat heb ik niet gedaan. Maar nu, jaren later, zit ik aan bij een overleg en komt het er toch van. Met alle betrokkenen gaan we het gebouw in en zien we wat er nog over is van de fabriek die in de hoogtijdagen een kwart van de Nederlandse meelconsumptie produceerde. Mooie houten constructies, die er soms nog opvallend goed uitzien, zijn zeker het behouden waard. Ook stalen constructies zullen blijven om in het geplande hotel de industriële sfeer te behouden.
Hoogtepunt voor mij is wel om in de "S" te lopen. Vanaf het dak van de parkeergarage bij AH goed te zien. Destijds opperde ik in mijn artikel om er een soort barometer van te maken, nu kan ik niet nalaten te suggereren om de "S" aan te vullen tot de naam van onze vereniging, een idee dat bij SLS, een van de ontwikkelaars, ook al is opgekomen.
Maar wat ook opvalt zijn de gevolgen van het vandalisme. Veel is stuk. En al die duivenstront met zijn penetrante geur. Daarom is het goed dat er nu plannen zijn om op de begane grond aan de slag te gaan. Om met wat meer zicht verder te kunnen in de planvorming. De stad wacht er op, en ook ik kan niet wachten totdat "die puist" een nieuwe parel van Leiden is.
Gerard van Hees
ZORGEN OVER LEIDS MONUMENTENBELEID
De Leidse monumentencommissie maakt zich zorgen over het nieuwe monumentenbeleid van het gemeentebestuur. Dat blijkt uit het onlangs uitgebrachte jaarverslag over 2008 van deze commissie. Het nieuwe beleid komt erop neer dat bij aanvragen voor de monumentenstatus voortaan ook andere belangen worden meegewogen. Een "quickscan" moet de afweging inzichtelijk maken. De commissie is bang dat bij deze nieuwe methode het belang van het monument in de verdrukking komt.
KAMSTEEG'S AUTOMOBIELBEDRIJF AAN DE GEVERSSTRAAT: BEELDBEPALEND
Op 3 december 1925 sturen Huub Rooyakkers en Jan Kamsteeg hun bouwaanvraag naar het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oegstgeest. Zij verzoeken het College beleefd vergunning voor het bouwen van een autogarage c.a. [cum annexis (Lat. met bijbehoren)] met twee bovenwoningen op een terrein aan de Geversstraat alhier (sectie E nr. 2413) volgens bijgaande tekening in tweevoud. Het briefpapier is opvallend en toont een plaatje van een gezelschap in een Studebaker met, naar het zich laat aanzien, de Parijse Notre Dame op de achtergrond. Omstreeks 1920 was Jan Kamsteeg naar Parijs gegaan met Aldert van Nieuwkoop, ondernemer van de gemotoriseerde ziekvervoer in Oegstgeest in
de Deutzstraat. Wellicht ligt daar de bron voor dit bijzondere briefhoofd.
INDUSTRIE ALS THEMA NIET IN TREK BIJ KUNSTSCHILDERS
In de Nederlandse schilderkunst is de industrie niet bepaald een geliefd thema. Eigenlijk kent ons land maar één echte industrieschilder, Herman Heijenbrock (1871-1848), die ook internationaal aanzien verwierf. In de musea in ons land is kunst, die betrekking heeft op industrie, nauwelijks aanwezig. Een uitzondering vormt het Gemeente Museum Helmond, dat pronkt met een fraaie collectie over de mens en zijn werk. Daarin is ook het industrieel erfgoed vertegenwoordigd. De eerste aflevering van een serie van vier afleveringen over industrie en beeldende kunst.
HELMOND WIL INDUSTRIEEL ERFGOED IN THEMAPARK
In de rubriek Monument aandacht voor industrieel erfgoed buiten de Leidse regio. Deze keer kijken we naar het industrieel erfgoed van Helmond: een Brabantse stad met een metaalen textielverleden. En met een mooie museumcollectie over de werkende mens, in een kasteel.
MERELSTRAAT 1A DOMEIN VAN RECLAMEMAN KEMPERMAN - van bollenbedrijf tot matrassenfabriek
In het vorige nummer van Stielz beschreven we de eerste dertig jaar (1907-1937) van een zeer binnenkort te slopen kleinschalig industrieel complexje; Rijnsburgerweg 232 in Oegstgeest, na de annexatie Merelstraat 1A in Leiden. Begonnen als woonhuis met bollenschuur van de weduwe Juffermans, voortgezet als meubelmakerij Schouten en sigarenfabriekje van Otto de Vaal. In 1937 eigendom van buurman en kabelfabrikant Bosman van de villa Nieuweroord. Deze keer belichten we de bedrijfsperiode van de firma Herman Kemperman (1937-1952).
Inhoud van dit nummer: | ||
pagina 3 | Laatste industriële steeg van Leiden behouden | |
pagina 4 | Historische winkelpuien in oude glorie herstellen | |
pagina 8 | Hartevelt-complex krijgt opknapbeurt | |
pagina 11 | Rubriek Monument: Hotel in watertoren aan Wantij | |
pagina 13 | Verdwijnend industrieel verleden van Vogelwijk | |
pagina 15 | Uit Leiden & regio |
Redactioneel
De Lakenhal
Met enige zorg volgen wij de verrichtingen van het Stedelijk Museum De Lakenhal. Het museum bereidt zich voor op een herschikking met als belangrijkste thema: minder geschiedenis en meer kunst, zo bleek op een vergadering van belangstellenden in de Lakenhal. Dat geeft te denken. Onze stichting heeft in het recente verleden op een goede wijze zaken gedaan met het museum. Objecten die de historie van de Leidse bedrijven in beeld brengen, vonden meestal een goed onderdak bij het museum. Dat gold evenzeer voor kunst die op ons pad kwam. Een voorbeeld daarvan is een muurschildering van Eppo Doeve, die mede door toedoen van STIEL bij het museum De Lakenhal terecht kwamen.
Is dit alles nu opeens voorbij? Wij kunnen ons dat niet voorstellen, zeker niet wanneer we denken aan de opvatting van mr.dr. J.C. Overvoorde, directeur van het museum in 1924: 'De kern van de verzameling werd oorspronkelijk gevormd door de op het Stadhuis aangetroffen schilderijen en de nog aldaar en bij de gestichten berustende oude voorwerpen. Hierdoor kreeg het museum een sterk sprekend zuiver Leidsch lokaal-historisch karakter, hetwelk ook bij latere aankoopen, op de afdeling schilderijen na, op den voorgrond stond, door in het bijzonder datgene bijeen te brengen, wat een bijdrage kon geven tot de kennis van de geschiedenis van de stad met hare instellingen en van de levenswijze van hare ingezetenen.
Het museum was hierdoor in den grond verschillend van een kunst- of kunstnijverheidsmuseum, alwaar de voorwerpen om hunne kunstwaarde of om de wijze van bewerken zijn bijeengebracht, terwijl bij de Lakenhal steeds het verband van de stad als richtsnoer gold.'
Duidelijke taal, die ook in deze tijd nog geldig is. Natuurlijk: de Lakenhal heeft ook een taak ten opzichte van de kunst en dan bij voorkeur kunstuitingen, die op welke wijze dan ook met Leiden verbonden zijn. Maar de Lakenhal moet ook het museum blijven dat de geschiedenis van Leiden in al haar facetten levendig houdt. Met name ook de sociale omstandigheden, de herinnering aan de grote textiel- en metaalfabrieken en het drukkerijverleden. Hoe je het ook wendt of keert, de Lakenhal heeft hier een belangrijke taak, die niet verloochend kan worden!
Wibo Burgers
LAATSTE INDUSTRIËLE STEEG VAN LEIDEN BEHOUDEN
Als het aan de gemeente ligt, blijft de Marktsteeg zoveel mogelijk bewaard als 'laatste industriële steeg van Leiden'. Dat zei wethouder Jan-Jaap de Haan op de eerste, in april gehouden informatiebijeenkomst over het project Muziekcentrum De Nobel.
HISTORISCHE WINKELPUIEN IN OUDE GLORIE HERSTELLEN
gemeente komt met nieuwe subsidieregeling
Winkelpuien in de Leidse binnenstad herbergen achter een moderne pui soms nog delen van hun historische opzet. Hoewel er in de loop der jaren vele gevels zijn aangepast aan moderne ideeën over winkelpuien en veel gevels zijn ontsierd met grote reclame-uitingen, valt er nog heel wat te ontdekken van de historische kwaliteit van weleer. De gemeente Leiden initieerde het project "Historische Winkelpuien" en een nieuwe subsidieregeling (SHS) om de Leidse winkelier te stimuleren zijn pui waar mogelijk in oude glorie te herstellen.
HARTEVELT-COMPLEX KRIJGT OPKNAPBEURT
bouwgeschiedenis in kaart gebracht
De gemeente Leiden wil het Hartevelt-complex, vroeger een jeneverstokerij, opknappen en geschikt maken voor nieuwe bedrijfsfuncties, zoals kantoorruimte. Met het oog daarop is de bouwgeschiedenis van het complex in kaart gebracht. Bij de vernieuwing van het complex aan de Langegracht kan dan zoveel mogelijk rekening worden gehouden met de geschiedenis van deze panden.
VERDWIJNEND INDUSTRIEEL VERLEDEN IN DE LEIDSE VOGELWIJK
Ruim een eeuw lang stond aan de Rijnsburgerweg met het nu verdwenen nummer 132, eerst in Oegstgeest, na de annexatie van 1920 op Leids grondgebied en na de bouw van de Vogelwijk aan de Merelstraat, een bedrijfspand met directievilla. Na enig speurwerk bleek het gecombineerde gebouw vijf functies te hebben gehad: bloembollenbedrijf, meubelmakerij, sigarenfabriek, reclamebordenonderneming en matrassenfabriek. Een blik op de eerste halve eeuw.
Inhoud van dit nummer: | ||
pagina 3 | Peperbus terug op oude plek / Spoedige beslissing over watertoren / Meelfabriek wordt 'opgeschoond' |
|
pagina 5 | Introductie nieuwe voorzitter en bestuursleden STIEL | |
pagina 7 | Afscheid van Nico Ravensbergen / Station Pijnacker voorlopig gered | |
pagina 9 | Rubriek Monument: werf Wolthuis | |
pagina 11 | Vuurwerkers van de Grof | |
pagina 15 | Van der Laan: kruidenierswinkel annex buurthuis | |
pagina 17 | Jaarverslag STIEl over 2008 |
Redactioneel
EEN NIEUWE UITDAGING
Een nieuwe uitdaging, zoals dat heet. In een werkgebied dat me aan de ene kant heel erg aanspreekt vanuit persoonlijke interesse, maar aan de andere kant, wat weet ik er van. Inlezen dus. Ik bemerk dat "historiserend bouwen" bij sommigen negatieve gevoelens opwekt en ik probeer erachter te komen waarom dit is. Een frisse nieuwe blik is niet voldoende, je moet ook weten waar je het over hebt.
Ik volg Hans Vollaard op. Ik kende hem vanuit de politiek.
Herinrichting van Vrouwenkerkhof - Peperbus is terug!
De Peperbus is terug op zijn oude plaats: het Vrouwenkerkhof. De originele trafozuil, een van de twee die nog resteren in Leiden, verdween in 1995 bij de herinrichting van het plein. Trafozuilen verschenen aan het begin van de vorige eeuw in het straatbeeld. Hier werd de hoogspanningselektriciteit van de centrale omgezet naar lage spanning, geschikt voor de particuliere huishoudens. In de jaren vijftig en daarna verdwenen de trafozuilen, ze waren niet meer nodig.
Gerard van Hees nieuwe voorzitter van STIEL: 'Belangrijkste ambitie: meewerken aan goed plan vor Meelfabriek'
Gerard van Hees, van professie vakbondsbestuurder, is de nieuwe voorzitter van de Stichting Industrieel Erfgoed Leiden (STIEL). Hij is de opvolger van Hans Vollaard, die na drie jaar voorzitterschap het tijd vond het stafje over te dragen.
Afscheid van Nico Ravensbergen - man achter schermen bij STIELZ stopt ermee
Nico Ravensbergen (75) stopt met zijn werkzaamheden voor STIELZ. Vijftien jaar lang was hij de man achter de schermen bij het blad van onze organisatie. Vooral aan zijn voorbeeldige inzet is het te danken dat het blad al die jaren tijdig bij de donateurs en op de verkooppunten kwam.
Het kan ook anders! - Station Pijnacker voorlopig gered
De onverhoedse sloop van de dubbele wachterswoning in november jl. – en vooral de dubieuze rol van de Nederlandse Spoorwegen daarin – heeft in Leiden heel wat beroering gewekt. Dat het ook anders kan, bewijst de gang van zaken in Pijnacker, waar het oude spoorstation voorlopig voor ondergang is behoed.
Laatste buurtwinkel Groenoord vertroken Van der Laan: Kruidenierswinkel annex burthuis
Waar Groenoord jaren geleden nog vele buurtwinkels had, is met het vertrek van de buurtwinkel van Bram en Cora van der Laan nu ook de laatste winkel vertrokken. De zaak heeft tot het einde altijd goed gelopen, maar Van der Laan (1943) vond het met het bereiken van de 65-jarige leeftijd deze zomer wel mooigeweest. "Eigenlijk runden we hier een soort buurthuis"...